HOME

Verbonden

Verbonden

Dit jaar ben ik met carnaval adjudant van de Nuenense Prins Röller. Hij vroeg mij en ik twijfelde lang.

Carnaval heb ik altijd geweldig gevonden. De gemoedelijke anarchie, de tradities, het vieren van vriendschappen. Het gaf diepgang aan mijn gevoel van verbondenheid. Maar de laatste jaren liep ik chagrijnig rond. Mijn zure ‘vroeger was het wel leuk’ smaak kreeg ik maar niet weggespoeld. Waar ik ook bier bestelde, als ik een slok nam sloeg het dood.

Ik besloot het adjudantschap te aanvaarden, met het idee dat dit mijn laatste carnaval zou worden. Weliswaar na het hoogtepunt gestopt, maar wel geëindigd met een mijlpaal. Ik ging er nogal cynisch in en stond dus alle verplichte feestjes gereserveerd aan een statafel, zuur te nippen aan m’n appelsap en mompelde: ‘wat was hier vier jaar geleden de lol van?’

Nu is het zondagmiddag 8 januari 2017 en met een man of 40 sta ik in een kring rond het beeld van ‘d’n Dwersklippel’ in het park te Nuenen. Het vriest licht, alles bedekt met een dun laagje sneeuw. Burgemeester Houben reikt samen met de oud-(carnavals)prinsen, een groepje grijze mannen getooid met oud-prinsenhoed, het Witte Voetje uit. Een jaarlijkse prijs aan ‘iemand die positief-dwèrs tegen alles in gaat en uiteindelijk toch zijn doel bereikt’. Ik voelde me een figurant in een sketch van Van Kooten en Bie. Het Witte Voetje 2017 gaat naar Soenil Bahadoer, chef-kok van sterrenrestaurant de Lindenhof. De oud-prinsen zetten het lied ‘Nuenen Dwèrs’ in. Ik haat dat lied, maar word onverwacht diep geraakt door het gezang. Het zit hem in de overtuiging, het oprechte geloof waarmee ze het Witte Voetje willen geven aan de topkok. Vanuit het hart. Chef Bahadoer speecht ‘ik geloof niet in geschreven toespraken, het moet oprecht zijn in het moment’. Weer uit balans, het kwik stijgt en ik krijg zowaar zin in bier. ‘Ik heb geen regulier restaurant, het gaat mij om ervaren. Ik wil mensen laten beleven’. Mijn cynisme stroomt met het smetwater richting de parkvijver.

Ik vierde de laatste jaren geen carnaval, ik zag carnaval. Carnaval was niet stom, ik deed stom. Ik miste de verbondenheid van vroeger, maar die is nooit weg geweest. Ik stond beschouwend aan de zijlijn en dan ervaar je niks. Verbondenheid is zelf ook wat doen. Dat, hoe onbenullig het ook is, je er wel oprecht in gelooft. Wie verbondenheid mist moet proberen weer te ervaren.

Ga beleven.