Gisteravond heb ik geen oog dicht gedaan. Het kijken naar de dodenherdenking had iets in mij los gemaakt. Gek want normaal denk ik op 4 mei nooit aan mijzelf, maar altijd aan mijn overgrootvader.
Ik heb hem niet gekend. Leeftijd technisch gezien onmogelijk, nog meer onmogelijk omdat hij in april 1944 omkwam tijdens een transport van het ene naar het andere concentratiekamp. Hij zat in het verzet. Wat precies is nooit helemaal duidelijk geworden, maar gewapende overvallen, documenten vervalsen en het bezorgen van de Trouw zat er sowieso tussen. De kans bestaat dat hij letterlijk levens heeft gered. Vast staat dat hij in elk geval de hoop in leven heeft gehouden.
Wat mijn overgrootvader tot het verzet bracht weet niemand. Misschien hij, dominee Douwe Meijer, het zelf ook niet. Al lees ik in zijn brieven zoveel liefde voor de God waar hij in geloofde dat het zomaar iets simpels als “naastenliefde” geweest kan zijn. Vertrouwen dat hij rugdekking heeft van de Heer en liefde voor de ander. Vertrouwen en liefde, wat voor een barre tijden moeten het geweest zijn dat dat “je verzetten” was.
En altijd op 4 mei denk ik aan hem, maar gisteravond dus opeens aan mijzelf. Ik verslikte me direct in mijn hellofresh maaltijd (vond ik ook cru: eten tijdens de dodenherdenking, maar het kwam toevallig zo uit) en vroeg me af “wat doe ik eigenlijk met mijn vrijheid?”
Ik denk niet dat die ouwe verzetsstrijder een beeld had wat zijn achterkleinzoon met de door hem verworven vrijheden zou moeten doen. Het gaat om de ruimte om te kunnen kiezen. Wat doe ik met die ruimte? Op 4 mei 2022 was dat vogels kijken, kladje theatertekst schrijven en nadenken over dat kladje theatertekst. Ik ga dus in mijn hoofd zitten. Ik zie de ruimte en besluit naar binnen te gaan. Ik reflecteer en beschouw.
Maar kan ik me dat in deze tijd wel permitteren? De verhalen tijdens de herdenking gaan door merg en been, gelijk de beelden uit Oekraïne. Op de radio hoorde ik flarden over een mogelijke wetswijziging in de VS omtrent abortus (lees drastisch inperken van zelfbeschikking van vrouwen).
Ik moet doen. Naar buiten. Ik ga bijeenkomsten organiseren! Nee juist meer kunst en cultuur!! Of gewoon ouderwets een protest opzetten!!!
De hele nacht lig ik wakker, woel en draai en probeer te bedenken wat moet ik doen. Want het is niet moeilijk: vertrouwen en liefde. Ik schrik alleen als ik besef dat ik blijkbaar niet weet welke daden daar bij horen.